Er zijn in de loop der jaren diverse verhalen geschreven voor In The Paint, de jaarlijks uitkomende seizoengids van Zorg en Zekerheid Leiden. Veel van die verhalen zijn gericht op het seizoen dat zou gaan beginnen. Toch zijn er ook genoeg artikelen gemaakt die de tand des tijds doorstaan hebben en ook nu nog de moeite van het lezen waard zijn. Zo af en toe zal er op deze site ook een geplaatst worden. Dit keer is dat een verhaal met Peter Paulides, dat in 2015 in In The Paint heeft gestaan.

Op 16 februari 2006 werd in Restaurant Het Haagsche Schouw de terugkeer van topbasketbal in Leiden aangekondigd. Twintig jaar lang had de Sleutelstad het zonder basketbal op het hoogste niveau moeten stellen. Peter Paulides tekende op die avond namens zijn fysiotherapiepraktijk Paulides + Partners een sponsorcontract. Hij zette zijn handtekening met een Parkerpen, als bruggetje naar het roemruchte verleden van de Leidse basketbalclub.

De zestigjarige Paulides (nu inmiddels 64 jaar) bracht zijn middelbare schooltijd door op het Bonaventura College. Door de gymnastieklessen van Ton Kallenberg raakte hij besmet met het basketbalvirus. Op zijn veertiende werd Paulides dan ook lid van Bona Stars. “In die tijd behoorde Leiden tot de beste jeugdploegen van Nederland. Heel veel spelers uit die teams hebben tegen de eredivisie aangeleund”, herinnert Paulides zich.

In het seizoen 1973/74 mocht Paulides als jeugdspeler met het eerste mee omdat Butch Webster geblesseerd was. In datzelfde jaar vond een belangrijke regelwijziging plaats. Als je na 1 juli van een jaar geboren was, mocht je in plaats van twee jaar maar liefst drie jaar in de junioren spelen. “Omdat ik op 18 juli geboren ben, bleef ik nog een jaar langer junior, maar kon wel altijd mee met het eerste. Ik trainde in die tijd twee keer met de junioren en twee keer met het eerste. Butch Webster, Reggie Royals, Bob Heuts, ik vond het geweldig dat je met die gasten mee mocht trainen.”

Parker Leiden

Op het moment dat Paulides vast in het eerste ging spelen (1975), heette de club Mercasol Leiden. Het waren twee jaren met veel nederlagen en een klassering onderaan, maar door de komst van sponsor Parker in 1977 bleef het eredivisieschap behouden. Het leverde in 1978 meteen het eerste kampioenschap van de Leidse ploeg op. Met Sid Bruinsma en Mitchell Plaat als Nederlandse Amerikanen en Vic Bartolomé en Arthur Collins als ‘echte’ Amerikanen.

“Mensen roepen vaak dat Peter Paulides in dat team zat, maar dat er nog zeven andere Nederlanders (Marcel Rijsbergen, Tony Lamping, Hans van Rooden, Peter Kop, Wim Weemhoff, Roy Leysner en Harry Kip) in rondliepen, is men blijkbaar vergeten.” Na dat eerste seizoen nam het aantal Nederlandse Amerikanen alleen maar toe, wat geleid heeft tot het afhaken van Paulides. “Parker wilde wel een derde jaar met me door, maar dan zou ik ook nog achter Chris Plaat komen te zitten en elfde man worden. Daar heb ik voor bedankt.”

Na twee seizoenen Trotters werd Paulides opnieuw gevraagd om voor Parker Leiden uit te komen. “Ik had nog steeds het gevoel dat ik die stap naar de eredivisie kon maken. Onder coach Ton Boot heb ik misschien wel mijn beste basketbal gespeeld.” Het seizoen 1981/82 was meteen het laatste jaar van de guard in de eredivisie. Elmex nam het sponsorstokje van Parker over, Theo Kinsbergen kwam als coach, Plaat vertrok naar Den Bosch. Dat zag Paulides niet zitten. Bovendien kon hij de praktijk overnemen waar hij toen als fysiotherapeut werkte. “Achteraf heb ik daar toch wel spijt van gehad. Bert Kragtwijk, Emill Hagens en Toon van Helfteren hebben bij Elmex nog leuke jaren gehad. Daar had ik misschien ook nog bij kunnen zitten, maar ik kon niet een praktijk opzetten en dan ook nog eens veel trainen.”

Fysiotherapie

Bijna 25 jaar later keerde Paulides weer terug in de Vijf Meihal, als sponsor. Marcel Verburg en Theo Knijnenburg hadden hem al eens gepolst om sponsor te worden bij DoCoS. “Als praktijk in Voorschoten ga ik niet in Leiden een voetbalclub sponsoren. Maar toen ze me later benaderden om als sponsor de fysiotherapie voor Zorg en Zekerheid Leiden te verzorgen, was dat geen moeilijke keuze voor mij.”

Tijdens de befaamde persconferentie in 2006 werd geroepen dat Leiden vijf jaar later kampioen zou worden. “Ik zei nog ‘jongens, jullie weten niet waarover jullie praten, maar als jullie dat willen, dan houd ik jullie niet tegen’. Met als resultaat een kampioenschap in het vijfde jaar. Met de komst van Toon van Helfteren is er wel een hele grote versnelling ingezet.”

Het halen van de play-offs is belangrijk, maar dat wil nog niet zeggen dat het beste team ook kampioen wordt. “In 2013 werd Zorg en Zekerheid Leiden kampioen tegen Aris Leeuwarden, maar tijdens het seizoen speelde Den Bosch het beste basketbal”, geeft Paulides als voorbeeld. Dat gold ook voor ‘zijn’ eigen kampioenschap met Parker in 1978. De Leidse ploeg eindigde als derde op ruime afstand van Den Bosch en Donar, maar schakelde Donar in de eerste ronde van de play-offs uit, terwijl koploper Den Bosch zich liet verrassen door het Delftse Punch. “Wij wilden heel graag kampioen worden. Daar hadden we alles voor over”, geeft Paulides aan.

Al zo lang als er gebasketbald wordt, kijkt iedereen naar het aantal punten. “Iedere speler wil 30 punten scoren, maar dat kan niet. Ik was zelf ook geen speler die er 30 in zou gooien, maar dan kun je nog wel belangrijk zijn als verdediger of als aangever. Zo hield ik Billy Taylor, altijd goed voor 26 punten, een keer op 14 punten. Dan haalde ik de krant niet, maar werd wel gewaardeerd door mijn medespelers.”

Grote wens

Paulides heeft nog steeds goed contact met zijn voormalige ploeggenoten. Met veel ‘Leidse jongens’ gooit hij nog wekelijks een balletje in Zoeterwoude. Paulides heeft zich ook ingezet om Vic Bartolomé en Mitchell Plaat na jaren terug naar de Vijf Meihal te halen. Hij heeft nog één grote wens. “Het lijkt me geweldig om Arthur Collins (topscorer in de eerste twee seizoenen van Parker) nog eens naar de Vijf Meihal te halen.”


Eredivisie Historie InThePaint PeterPaulides

Meer nieuwsberichten