Bericht
Winst na enorm spektakel
LEEUWARDEN - Een wedstrijd winnen na extra speeltijd is Zorg en Zekerheid Leiden niet vreemd, maar wat er zaterdagavond in het Kalverdijkje van Leeuwarden gebeurde verdient een aparte pagina in het historisch overzicht: 103-106 na drie (!) verlengingen.
Op de kop af twee jaar geleden voerden beide ploegen ook al eens een waar spektakelstuk op in de Leeuwarder sporthal. Toen waren er twee overtimes nodig om een winnaar te krijgen en ook toen was dat Zorg en Zekerheid Leiden (111-120). Nog veel verser in de herinnering ligt echter de openingswedstrijd van dit seizoen, toen Leiden won door een miraculeuze treffer van Monta McGhee in het eindsignaal.
Hoewel Zorg en Zekerheid Leiden de onderlinge confrontaties veel vaker won dan verloor (11-5) vechten de twee ploegen vrijwel altijd een heerlijke strijd uit. Het was zaterdag niet anders. Het verschil in de wedstrijd bleef altijd overbrugbaar. Het was in het begin even twaalf punten na een 12-0 run van de thuisploeg, maar daarna kwam het nooit meer boven de tien.
Meestal was het nog veel kleiner, want als het even 'uit de hand' dreigde te lopen, zoals bij 60-53, kwam er een tussensprintje en was het gaatje zo weer dicht. Zelfs toen er in de derde verlenging met nog maar 35.4 seconden op de klok 94-101 op het bord stond, was het nog niet gedaan. Met driepunters van Daryll Monroe en Craig Moore (2) bleef De Friesland in de strijd en zelf de ultieme poging van Monroe (hij mocht schieten van afstand, de schutters Moore en Van der Kamp werden strak verdedigd) op 103-106 was bijna succesvol. Maar een historische vierde overtime zat er niet in.
Even verkeerden sommigen in de veronderstelling dat er door Zorg en Zekerheid toch al historie was geschreven. Maar Terry Sas hielp een ieder uit de droom. In 2007-08 speelde hij met Den Helder ook al een keer een wedstrijd met triple overtime. Tegen Matrixx Magixx. 'En ook die wonnen we...', glunderde Sas. Voor wie het naadje van de kous wil weten: 125-124!
De guard/forward kon andermaal terugkijken op een geslaagde wedstrijd. Verdedigend speelde hij goed en met drie driepunters droeg hij ook goed bij aan de productie. Hij toonde daarmee aan dat de rol van de Nederlandse spelers steeds belangrijker wordt binnen het team. Dat gold ook voor Mick Burger (twee driepunters), die in de basis stond, waar de in de laatste wedstrijden tegenvallende Conor Grace zijn plaats had moeten afstaan.
Maar dé (Nederlandse) hoofdrol van de dag was absoluut voor Jeroen Slor. Dertien punten en liefst zestien rebounds stonden er achter zijn naam aan het einde van de enerverende wedstrijd. Hij werkte keihard, liet zich niet afbluffen door Monroe en vooral verdedigend waren het steeds weer de lange armen van Slor, die boven alles en iedereen uitkwamen in de jacht op de bal na een gemist schot.
Samen met Johan Kuijper had Jeroen Slor een uitermate stevige hap te verorberen met de Leeuwarder center Darryl Monroe, die bij Aris de perfecte opvolger is van Dilion Sneed. Niet supergroot (2.01), wel een stuk gewapend beton, een soort Shaquille O'Neal, maar dan uiteraard op een ander niveau. Hij kwam tot 32 punten en elf rebounds.
Nu heeft Monroe - net als zijn voorganger Sneed - één groot gebrek: vrije worpen nemen is aan hem niet besteed. En als je dat weet, is hij dus de man waartegen op cruciale momenten fouten moeten worden gemaakt. Kuijper deed ten koste van uiteindelijk vijf fouten, Slor pakte hem lekker aan en kon de schade beperken tot drie kruisjes achter zijn naam en Grace deed het in de slotfase. Soms ten koste van vrije worpen (maar Monroe kwam in totaal niet verder dan vijf op veertien) en soms alleen maar ten koste van een inworp. Toen speelde Grace goed in zijn taak en dat mocht ook wel, want hij boekte een dikke onvoldoende en verzamelde in bijna twintig minuten cijfers, die het noemen niet waard zijn.
Dat was uiteraard anders met de Amerikaanse kern van de ploeg. Danny Gibson moest in het begin even zoeken (hij mist nu eenmaal zijn maatje Monta McGhee), maar toen het eenmaal draaide was hij niet meer te stoppen. Van afstand, penetrerend en vanaf de vrije worplijn, het was allemaal klasse. 'Gewoon' weer een driepunter maken in de buzzer (van het derde kwart) en ijzig koel vanaf de lijn in weerwil van gejoel en afleidende gebaren.
Gibson sloot het duel af op 28 punten, maakte elf van zijn veertien vrije worpen en deelde ook nog eens negen assists uit. HIj is nog in de race om topscorer van Nederland te worden. Gibson staat op dit moment tweede met slechts vijftien punten minder dan Elijah Palmer van Upstairs Weert: 536 om 521 met nog acht wedstrijden te gaan.
Over Seamus Boxley ben je snel uitgepraat. De intensiteit waarmee hij speelt is een voorbeeld voor iedere basketballer. Als je hem ziet buffelen, moet dat aanstekelijk werken, want het is absoluut de basis voor succes. Hij is het grote voorbeeld voor jongens als Jeroen Slor en Johan Kuijper. En zijn cijfers? 21 punten, negen rebounds, vijf assists en drie blocks. No need to say more.
Ronny LeMelle wisselt momenteel prima wedstrijden af met duels, waarin hij onzichtbaar blijft, zoals donderdag tegen Groningen. Maar zaterdag stond hij er weer. Pakte de hele wedstrijd keurig zijn punten mee en was in de derde verlenging beslissend. Met een driepunter en twee vrije worpen zorgde hij voor 94-101 en pareerde in de laatste 23 seconden twee driepunters van Moore met drie op vier vrije worpen, die de voorsprong precies groot genoeg hielden.
Het was de vierde keer dit seizoen dat Zorg en Zekerheid extra tijd nodig had in een wedstrijd. Vier keer op vreemde grond en vier keer (eerder GasTerra, Amsterdam en EiffelTowers) werd er gewonnen. 'Dat kan', concludeerde Toon van Helfteren terecht, 'geen toeval meer zijn. Deze ploeg kan heel diep gaan. De jongens zijn bereid om tot het uiterste te gaan.'
Natuurlijk moest ook de coach, die toch al het nodige heeft meegemaakt in zijn loopbaan als speler en technisch leider, even bijkomen van de intense wedstrijd. Maar vrijwel onmiddellijk keek hij vooruit naar deel twee en drie van de trilogie, die deze week wel eens doorslaggevend zou kunnen zijn in de strijd om de vierde plaats.
Donderdag komt Matrixx (dat overigens maar net ontsnapte tegen nota bene Rotterdam) naar Leiden en zaterdag wacht de uitwedstrijd tegen Upstairs. Mocht Zorg en Zekerheid daar zonder kleerscheuren doorheen komen, dan ligt de vierde plaats binnen handbereik.
JAN VAN DER NAT