AMSTERDAM – Voor Zorg en Zekerheid Leiden kan er een dikke, vette streep door het weekeinde van 25 tot en met 27 maart volgend jaar. De Final Four van het NBB-bekertoernooi in Almere zal het dan zonder de winnaar van de 2010-editie moeten doen.


Volkomen terecht werd de ploeg van Toon van Helfteren donderdag uitgeschakeld door ABC Amsterdam, nota bene de tegenstander in de finale van maart dit jaar. In de Sporthallen Zuid werd het 64-54 voor de thuisploeg.


Verliezen hoort bij sport en iedereen wist dat het ‘best eens zou kunnen gebeuren’ tegen Amsterdam, een tegenstander waarmee Zorg en Zekerheid Leiden traditioneel moeite heeft. Er werd dit seizoen weliswaar twee keer voor de competitie gewonnen, maar dat kostte beide keren behoorlijk moeite.


Daar kwam (komt?) bij dat Leiden de laatste weken, in weerwil van de goede resultaten – acht keer winst op rij – niet echt heel geweldig speelt. De laatste tegenstanders (Landstede, Rotterdam) boden echter onvoldoende weerstand om Leiden in moeilijkheden te brengen. Dat verdoezelde het soms matige spel voor een belangrijk deel.


Maar hoeveel er ook was aan te merken op het spel (van sommigen) in die duels, het haalde het niet bij de wanprestatie donderdag in Amsterdam. Je moet flink graven in de geschiedenis om iets dergelijks tegen te komen. De 55-49 bijna twee jaar geleden in Nijmegen komt een beetje in de buurt.


De slechts 54 punten waren dus geen ‘all-time low’ voor Zorg en Zekerheid Leiden. Maar daarmee is ook alles gezegd, want de 64 punten van Amsterdam – onder de befaamde 70-norm van Van Helfteren dus – konden niet echt op het conto van de defensie worden geschreven. Onder de borden verloor Leiden de strijd: 42 tegen 37 rebounds.


Van meet af aan zat er geen ‘schwung’ in de ploeg. Na de openingsdriepunter van Monta McGhee sprong Amsterdam zo maar naar 10-3 en toen al werd duidelijk dat de inspiratie ver te zoeken was en dat er misschien wel een beetje te gemakkelijk werd gedacht over de tegenstander.


Van Helfteren greep in met twee time-outs kort achter elkaar en leek even het lek boven te krijgen. Maar de 6-0 run met ondermeer een driepunter van Ross Bekkering was slechts een schijnbeweging. Onmiddellijk daarna zakte de zaak weer in elkaar. Aan het einde van het eerste kwart was het 17-12.


Het wrange was dat Amsterdam ook niet echt goed speelde, waardoor Leiden kon blijven volgen en het verschil eigenlijk nooit te groot werd. Hoewel, bij de rust was het gat tien punten en dat is tegen een taaie ploeg als Amsterdam behoorlijk. Dat kwam door de slotfase. Van 24-21 werd het 31-21 en dat mocht Leiden zich aanrekenen. De ploeg had namelijk de laatste aanval en kon op vijf of zes punten komen. McGhee verspeelde echter de bal op kinderlijke wijze aan Mohamed Kherrazi, die dankbaar het buitenkansje verzilverde.


Verschillen zeggen dit seizoen vaak niet veel. Week-in-week-uit kantelen er duels op wonderbaarlijke wijze. Daar rekenden de honderd Leidse supporters natuurlijk op. Maar de droom werd snel verstoord. De pauze had de ploeg niet fris kunnen krijgen tussen de oren en de achterstand bleef, schommelde tussen de vier (35-31) en uiteindelijk elf punten (51-40 aan het einde van het derde kwart).


Het spel van Leiden deed soms pijn aan de ogen. De schoten, die bord noch ring raakten, waren nauwelijks op twee handen te tellen. Met uitzondering van Bekkering (18 punten, 8 rebounds) was er niemand, die ook maar in de buurt van een voldoende kwam. En waar Landstede de wedstrijd opgaf in het vierde kwart en Rotterdam over de hele linie te zwak was, beet Amsterdam van zich af. De jonge honden van Hakim Salem – met Dimeo van der Horst en Mohamed Kherrazi dit keer als opvallendste exponenten – roken hun kans.


De klok werd de grote vriend van de thuisploeg en bovendien was er weinig te vrezen van Leiden, dat ook in het laatste kwart beroerd bleef schieten. Met 15 op 38 twee- en 4 op 17 driepunters kun je geen wedstrijd winnen. Nu schoot Amsterdam ook niet groots (driepunters en vrije worpen zelfs nog minder dan Leiden), maar op belangrijke momenten vloog de bal er net wél in.

 

En toen na weer een airball van Jackson en een onterecht afgekeurd block van Bekkering het spelletje van fouten maken begon, hielden Van der Horst en Voorn het hoofd koel: 64-54.


Toon van Helfteren zocht vertwijfeld naar een verklaring. Maar die was niet te vinden. Je kunt als coach ook weinig uitrichten als vrijwel geen enkele speler de noodzakelijke inspiratie blijkt te hebben, als er geen trots is als houder van de beker en, zoals Van Helfteren licht chargeerde, sommige spelers meer turnovers begaan dan punten maken...


JAN VAN DER NAT
FOTO'S RICHARD KOOLEN

 


Meer nieuwsberichten