Na veertig minuten enerverend basketball stond aan het einde van de wedstrijd tegen Hanzevast Capitals precies dezelfde uitslag op het scorebord als vijf dagen eerder tegen Amsterdam: 83-78. Maar daar hield onmiddellijk elke vergelijking op. Kwam de winst tegen Astronauts tot stand via een krankzinnig laatste kwart na drie slechte kwarten; tegen Hanzevast speelde Zorg en Zekerheid een uitstekende wedstrijd, waarin zwakke momenten met een lampje gezocht moesten worden. Dat was opvallend en knap, temeer daar er andermaal zonder JS Nash gespeeld moest worden, die na zijn rentree tegen Amsterdam toch nog te veel last heeft van zijn enkelblessure. Vanaf het moment dat ZZ Leiden voor de derde keer in de wedstrijd de leiding nam - in de vierde minuut van het tweede kwart - controleerde de ploeg van Ivo Boom de wedstrijd en liep Hanzevast, de nummer twee van Nederland toch, alleen nog maar achter de feiten aan.

Terwijl de doorsnee basketballfan nog wel eens twijfels krijgt, wanneer bepaalde spelers niet in actie kunnen komen, lijkt bij de ploeg van Zorg en Zekerheid juist het tegengestelde te gebeuren. Als blijkt dat JS Nash niet fit genoeg is, is er geen reactie van ‘O, je', maar zorgt dat voor extra inspiratie en de bereidheid om te knokken tot het gaatje. Of zoals wielrenners dat noemen: de dood of de gladiolen. Het gebeurde eerder begin maart tegen Polynorm en Landstede, het gebeurde donderdagavond andermaal. En dan vooral na de rust.

In de rubriek foto's een reportage van Gert Arkensteijn en Peter Looijen

Daarvoor waren er namelijk een paar tegenvallertjes. Aron Royé startte als pointguard ongelukkig met drie keer balverlies in korte tijd en zijn logische vervanger Jeremy Ormskerk liep nog voor de rust tegen drie persoonlijke fouten op. Dat was natuurlijk niet zo lekker. Maar wat wél lekker was, was de voorsprong die na twintig minuten op het scorebord stond: 44-36.

Dat positieve verschil was tot stand gekomen in een prima tweede kwart, waarin het vanaf Donald Wilson's driepunter voor 26-26, liep als een trein. Vanaf dat moment voelde de ploeg als het ware dat er iets mogelijk was, tegen het toch sterke Hanzevast. En in de voorsprong van acht punten had ieder zijn aandeel. Shelton Colwell met vier spatzuivere vrije worpen. Nick Curtis, Mick Burger, Sjors Besseling, die het kwart afsloot met een driepunter en niet te vergeten Aron Royé, die zich zelf zal hebben afgevraagd, waarom niemand hem verdedigde en er toen maar brutaal een driepunter in mikte.

In de rust keek iedereen elkaar een beetje met ongeloof aan. Er werd zó goed en gedegen gespeeld, dat het bijna angstig was. Dit kon de ploeg toch niet volhouden? Er moest toch een moment komen, waarop de terugslag zou komen? Logisch geredeneerd natuurlijk wel. Maar het is al eerder gezegd en geschreven: in deze competitie is niet zo gek veel ‘logisch'. En al helemaal niet bij een ploeg, die na een loodzwaar seizoen, als een afgemat paard de stal ruikt.

Die ‘stal' zou wel eens een paar wedstrijden verder kunnen staan, dan eigenlijk iedereen heeft voorspeld. Zorg en Zekerheid, zo wisten de ‘kenners', zou stijf onderaan eindigen en met vijf, zes overwinningen zouden ze het wel gehad hebben, daar in Leiden. Maar zie, met de eindstreep in zicht is ZZ Leiden de belangrijkste kandidaat voor de achtste plek en dus voor deelname aan de playoffs.

Want de mannen van Ivo Boom bleven kaarsrecht overeind tegen Hanzevast. Zelfs in het vermaledijde derde kwart, waarin het dit seizoen zo vaak mis ging. Oké, Hanzevast kwam terug tot twee punten en Leiden moest vooral blijven opletten op Darnell Hinson (sterk verdedigd door Wilson) en Gary Buchanan, de ‘streakshooter', waarvoor Boom zijn mannen een avond eerder extra had gewaarschuwd.

Van de rest had ZZ Leiden óf geen last óf had ze onder controle. Onder het bord hadden Colwell, Curtis en ook Johan Kuijper hun zaakjes goed voor elkaar. Waar Hanzevast gemiddeld negen rebounds meer pakt dan de tegenstander, zou er nu aan het slot mooi evenwicht zijn: 32 om 32. Met de twee Groningse topscorers  redelijk onder controle, zou het van anderen moeten komen. Maar Shantay Legans gooide geen deuk in een pakje boter; Chris Woods is het schieten zo ongeveer verboden en nooit de eerste optie en Raoul Heinen stond dertien minuten in het veld, zo melden de statistieken en dat is dan ook het enige bewijs.

ZZ Leiden ging gewoon door. Bij het verschil van twee (49-47) lag de grens. De controle werd weer overgenomen en vanaf dat moment voelde je gewoon dat het eigenlijk niet meer mis kon gaan. En dat was natuurlijk een vreemde constatering met nog zo lang te spelen. Maar er gebeurde gewoon iets in de ploeg. Er gebeurde ook iets bij Jeremy Ormskerk, die al zo lang niet kon brengen, waartoe hij in staat is. Opeens stond hij er, leidde zijn ploeg uitstekend en durfde ook zijn verantwoordelijkheid te nemen.

Veel trainen op vrije worpen bleek opeens toch vruchten af te werpen. Ormskerk schoot er in het vierde kwart zes van de zeven binnen. Wellicht omdat hij voor de rust het voorbeeld van Colwell (5/5) en Kuijper (4/4) had gezien. Maar het belangrijkste was, dat hij iets uitstraalde en dat er eindelijk weer eens een glimlach op zijn lippen lag.

Die was er - maar dat is geen nieuws - natuurlijk bij Donald Wilson de hele wedstrijd. Hij was in grootste vorm, verdedigde als een beest en gooide vier driepunters raak. Na twee daarvan op rij, schoot hij langs de bank van Hanzevast, waar hij Ton Boot in woord en gebaar aanraadde een time-out te nemen... Dat minuutje rust kwam er, al was Ivo Boom de aanvrager, omdat hij zijn ploeg vooral rustig wilde houden. Er kwam na het gewonnen derde kwart (20-18) tenslotte nog een vierde periode.

Daarin kan het spoken. Dat bewees ZZ Leiden tegen Amsterdam en ook dinsdag in Nijmegen gebeurden er vreemde dingen in dat slotstuk bij Matrixx-Omniworld (36-9!). Mannen als Hinson en Buchanan kunnen de zaak zó maar op z'n kop zetten. Maar dat gebeurde niet. ZZ Leiden bracht via Ormskerk met drie vrije worpen het verschil zelfs maximaal op 15 punten. Maar even snel was het weer zeven na acht punten op rij van Buchanan.

Zo werd het toch nog even billenknijpen, want de thuisploeg liep op zijn laatste benen. Wilson was helemaal op en Colwell verlangde alleen nog maar naar een warme douche. Maar ZZ Leiden hield de kop er bij, bleef rustig, speelde de aanvallen maximaal uit en liet de klok het werk doen. De laatste minuut leek een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk kon er toch weer een feestje worden gebouwd.

JAN VAN DER NAT


Meer nieuwsberichten