LEIDEN - Er zijn van die wedstrijden, die voorbij zijn voordat ze goed en wel zijn begonnen. Zorg en Zekerheid Leiden tegen Rotterdam Challengers was er zaterdagavond zo eentje. Een fantastische actie van de Leidse ploeg brak het moreel van Rotterdam. Dat moment lag al vroeg in de wedstrijd. Uit een gave alley-oop pass van JS Nash denderde Cedric McGowan de bal door de ring voor 16-4. Rotterdam is daarna nooit meer in de buurt geweest. Zorg en Zekerheid bepaalde wat er gebeurde in de natuurlijk weer uitverkochte Vijf Meihal en won afgetekend met 83-57.

door Jan van der Nat 

Met die 28 punten verschil kwam de grootste thuisoverwinning in de geschiedenis van Zorg en Zekerheid Leiden in de boeken. Uit werd er ooit een keer met 31 punten verschil gewonnen. Dat was in het eerste seizoen in Bergen op Zoom (60-91). Als er een dergelijke uitslag op het scorebord verschijnt, wordt er automatisch gekeken naar de verliezende partij. Wat was daarmee aan de hand?

Je ontkomt natuurlijk niet aan de constatering dat Rotterdam Challengers een draak van een wedstrijd speelde. Er werd in de eerste helft bijvoorbeeld zowel qua twee-, driepunters en vrije worpen tegen 37.5 procent geschoten en daarmee win je natuurlijk geen slag, laat staan de oorlog. Maar als je beter wilt schieten, zul je betere schoten moeten krijgen. En die werden Rotterdam door de Leidse verdediging niet gegund.

Het is inmiddels zonneklaar dat Toon van Helfteren zeer de nadruk legt op de verdediging. ‘Als je niet meer dan zeventig punten tegen krijgt, kun je elke wedstrijd winnen', is zijn uitgangspunt en dus is dat de eerste doelstelling voor zijn ploeg. Natuurlijk moet je er dan zelf wel minimaal éénenzeventig maken, maar dat mag op eredivisieniveau geen probleem zijn.

Tegen Rotterdam was de opdracht derhalve duidelijk. Zorg dat Bobby Walker - de  schutter bij uitstek in het team van Terence Stansbury - geen kans krijgt en voorkom de aanvoer en de driepunters van Charles Richardson. Van meet af aan doken JS Nash en Mick Burger op het Rotterdamse duo. En met succes. Dat was ook het geval tegenover de lange mannen, die weliswaar zestien aanvallende rebounds pakten, maar door Cedric McGowan, David Chiotti en Seamus Boxley keurig in toom werden gehouden.

Bobby (zeg maar: B.A.) Walker werd in de hele eerste helft drooggelegd. Geen onbekende zaak overigens voor hem tegen Zorg en Zekerheid, want in de debuutwedstrijd van Van Helfteren, destijds in de Maasstad, was dat - nota bene op Walkers verjaardag - ook het geval. Toen schoot hij vijf driepunters in totaal mis, nu kon hij maar één keertje van buiten de halve cirkel aanleggen en... miste.

Ook Richardson kwam niet in de wedstrijd. Het startende back court van Rotterdam zou de wedstrijd afsluiten op elf punten samen. Nou ja, afsluiten deden ze op de bank, want in de laatste minuten van de ongelijke strijd haalde Standbury al zijn Amerikanen naar de kant en liet zijn jonge Nederlandse garde de wedstrijd uitspelen.

Eigenlijk is het woordje wedstrijd hier niet op zijn plaats, want dat impliceert dat er twee partijen een strijd uitvochten. Dat was absoluut niet het geval. De al genoemde denderdunk van Cedric McGowan op de alley oop van JS Nash gooide het duel vroegtijdig in het slot. Rotterdam werd knock down geslagen door de prima start en probeerde daarna vergeefs overeind te krabbelen.

Grote drijfveer was Seamus Boxley, die alleen al in de eerste helft zeventien punten zou maken in nog geen zestien minuten. Hij was het met name, die de gang erin hield, ook na die 16-4 van McGowan. De korte pauze na het eerste kwart onderbrak de Leidse ‘posse' niet. Als een stoomwals reed Zorg en Zekerheid - zonder de aan de schouder gekwetste Johan Kuijper - de tegenstander plat. Het verschil liep steeds verder op, tot negentien na driepunters van Frank Schaftenaar en Cedric McGowan. De laatste zorgde nog voor een heerlijk moment vlak voor de rust met een gave doordunk op een schot van Boxley.

Grote verschillen willen nog wel eens worden weggewerkt, wanneer de onderliggende partij in de rust begrijpt wat er aan de hand is en met nieuw elan aan de tweede helft begint. Maar de pauze loste voor Rotterdam helemaal niets op. Sterker nog, het verschil van achttien bij de rust (48-30) werd met tien opgehoogd tot 66-38 via ondermeer zeven punten van Mick Burger en een score van David Chiotti na een pirouette, waarvoor een ijsdansjury het bordje 6.0 zou hebben opgestoken.

Vanaf dat moment hoefde niemand aan Leidse zijde zich nog zorgen te maken en konden bij Rotterdam alle illusies de ijskast in. Het was nog slechts een kwestie van uitspelen: 83-57.   

Voor statistieken KLIK HIER
Voor fotoreportage Richard Koolen KLIK HIER


Meer nieuwsberichten