Bericht
Punten weggegooid
LEIDEN - Achttien punten voor in het begin van het vierde kwart en toch nog verliezen. Een flash-back? Ja, het gebeurde eerder in Den Helder. En nu tegen Hanzevast Capitals. Drie kwarten lang was Zorg en Zekerheid Leiden - behoudens een korte periode net na rust - heer en meester tegen de nummer drie van de eredivisie.
Maar basketballwedstrijden worden niet beslist in drie kwarten. Zeker in belangrijke potten als deze tegen de Groningse ploeg is het zaak veertig minuten helemaal bij de les en scherp te blijven. Dat gebeurde niet. Nog even trok Zorg en Zekerheid Leiden, dat Seamus Boxley met een schouderblessure aan de kant moest houden, in het vierde kwart de lijn van daarvoor door. Drie vrije worpen van Bubba Walther en een driepunter van Frank Schaftenaar betekenden 70-52.
Er leek geen vuiltje aan de lucht. Maar dat was er wel. Hanzevast gaf niet op en vooral de Australische center Julien Khazzouh begreep dat het nog niet gedaan was. Hij leidde zijn ploeg aan beide kanten van het veld, was belangrijk bij een 0-10 run en opeens was het weer een echte wedstrijd. En je voelde het aankomen, de wedstrijd gleed de Leidse ploeg als mul zand door de vingers. Er was geen houden aan. De run werd zelfs verlengd tot 0-19 en toen de buzzer ging overheerste vooral ongeloof: 77-79.
Het was een enorme domper na een wedstrijd, die drie kwarten lang fantastisch was verlopen. Goed, er zat een klein dipje in, maar het was alsof Zorg en Zekerheid de tegenstander een worst wilde voorhouden om vervolgens de hengel weer op de halen.
Het begin beloofde een spannende wedstrijd. Er werd om en om gescoord en na vijf minuten was er keurig evenwicht bij 11-11. Op dat moment zette Zorg en Zekerheid Leiden verdedigend een tandje bij en ging het 'gewoon' dezelfde kant op als al twee keer eerder dit seizoen tegen Hanzevast Capitals. Zowel in Leiden als in Groningen werd de ploeg van Marco van den Berg een keer compleet geveegd.
Dat leek ook nu te gaan gebeuren. Van 11-11 werd het 24-13 aan het einde van het eerste kwart. Het liep als een trein. Chiotti gooide zijn vrije worpen raak, Schaftenaar mikte een driepunter binnen en LeMelle stal de bal van Jansen. Je zag Hanzevast naar adem happen als een vis op het droge.
En de Leidse ploeg ging door. Twee snoeiharde dunks van Cedric M<cGowan zetten het publiek in vuur en vlam. Het was een stukje machtsvertoon, dat de ploeg eerder zelden liet zien. Hanzevast werd zelfs gedubbeld op 36-18 via twee vrije worpen van McGowan.
Het werd Van den Berg te veel. Hij wist geen oplossing en zocht daarom de scheidsrechters uit om zijn frustratie te lozen. Herhaaldelijk vocht hij loopovertredingen aan. Die werd toevallig veel gefloten aan Groningse kant, maar steeds wel terecht. Dat er ook voor lopen van Ronnie LeMelle had moeten worden, toen hij met een driepunter 44-25 maakte, kon niet worden bestreden, maar het hupje van de Amerikaan vond genade in de ogen van de arbiters.
Leiden moest iets inleveren op weg naar de rust, maar de veertien punten verschil (44-30) waren een stevige basis. Toen die veertien punten na het derde kwart (met het al genoemde dipje) er nog steeds stonden, ging de niet uitverkochte, maar wel lekker volle Vijf Meihal geloven in de winst.
Helemaal toen het gat achttien punten werd. Dat was op de kop af na één minuut en 37 seconden: 70-52. Maar toen viel het helemaal stil. Niet voor het eerst dacht de ploeg dat de wedstrijd binnen wass. Geen bal viel nog binnen en onder aanvoering van Julien Khazzouh en Chaz McCrommon rook Hanzevast bloed. Zes minuten en zeventien seconden scoorde Zorg en Zekerheid Leiden niet. En dat was natuurlijk fataal. De 70 bleef op het scorebord staan, maar de 52 van Hanzevast veranderde in 71! Een 0-19 dus, waarbij je je alleen maar kunt afvragen wat er in vredesnaam met de ploeg aan de hand was.
Dat zal wel altijd een raadsel blijven. Vast staat wel dat het nooit had mogen gebeuren. Een minuut of wat niet scoren is tot daar aan toe, maar verdedigen kun je altijd. En als dat nu ook in het vierde kwart scherp was gebeurd (Khazzouh maakte twee en McCrommon één driepunter en waren beiden onder het bord dominant), dan was het kat in het bakkie geweest.
Nu werd het krabben en bijten naar het einde. Dat had nog heel mooi kunnen worden als de driepunter van Ronnie LeMelle was gevallen. Maar gezien het voorafgaande mocht je daar eigenlijk niet meer op rekenen.
Voor de statistieken KLIK HIER