LEIDEN - Zorg en Zekerheid heeft het maximum resultaat gehaald uit drie zeer cruciale wedstrijden. De drietrapsraket, die tegen Landstede werd gelanceerd (84-53) en in Den Helder zijn baan om de aarde vervolgde (79-82), maakte zaterdag in de feestende Vijf Meihal een geslaagde landing in de wedstrijd tegen Upstairs Weert: 78-72.

Beter kon het eigenlijk niet. Nou ja, een klein beetje dan nog. Was het verschil negen punten geweest, dan zou ook nog het onderlinge saldo tussen Zorg en Zekerheid en Upstairs in Leids voordeel zijn geweest. Die negen punten stonden een fractie voor het sluiten van de markt op het scorebord (78-69), maar een driepunter in de buzzer van Nick Stapleton zorgde toch nog voor een lach bij de Limburgse ploeg.

De lach van een boer met kiespijn natuurlijk, want voorlopig duwde Zorg en Zekerheid de trots van Noord-Limburg weer onder de playoff-streep, sloeg een gat van vier punten en klom zelf naar de zevende plaats, omdat Landstede het thuis niet redde tegen West-Brabant.

Dat gat van vier punten met Upstairs en het onderlinge voordeel met Zwolle zijn vooralsnog de belangrijkste zaken voor Zorg en Zekerheid Leiden. Die ultieme driepunter van Stapleton, waarvan door sommige spelers flink werd gebaald, is eventueel van later zorg. Maar als die belangrijk wordt, heeft Leiden het aan zichzelf te wijten.

De ploeg van Toon van Helfteren gaat in de resterende acht wedstrijden nog voor een flink aantal punten. Waarom zou er komende zaterdag niet in Rotterdam gewonnen kunnen worden? En er volgen nog thuisbeurten tegen Hanzevast, bij wie het in de Vijf Meihal altijd dun door de broek loopt, West-Brabant Giants en Aris Friesland. En als het echt loopt heeft ook EiffelTowers nog niet zo maar gewonnen in de Hel van Leiden.

Intussen mag best bewondering worden uitgesproken voor de ploeg van Zorg en Zekerheid, die op afstand kampioen is van de blessurecompetitie. Natuurlijk, bijna alle ploegen krijgen vroeg op laat te maken met niet inzetbare spelers, maar bij Leiden is en blijft het extreem.

De keuze om David Chiotti en Niels Meijer donderdag te sparen in Den Helder bleek een goede. Beiden konden er vrijwel voluit tegenaan in het cruciale duel tegen Upstairs. Frank Schaftenaar verving hen gedurende 27 minuten tegen Seals en verbeet zaterdag ook weer een aantal minuten de chronische pijn in zijn knie.

Maar daarnaast was het M*A*S*H-hospitaal behoorlijk gevuld met Vincent Krieger (hamstring), Mick Burger (knie), Sjors Besseling (wel weer meedraaiend in de warming-up), Joey Schelvis (knie), Bern Persoon (ziek) en JS Nash (herstellende van ziekte). Zet daar een center bij en je hebt een zeer acceptabele starting line-up...

Maar je moet niet kijken naar wie er niét zijn, maar wie er wél zijn. Ronnie LeMelle bijvoorbeeld, de kersverse kracht. Gehaald voor positie 2, maar noodgedwongen optredend als point guard. Hij doet dat met verve. En hij is niet de enige die uit zijn positie speelt. Seamus Boxley en Cedric McGowan werden bijvoorbeeld zaterdag veelvuldig opgezadeld met het verdedigen van de kleintjes van Upstairs, Omni Smith en Nick Stapleton.

En dat is geen kinnesinne, want het Limburgs/Amerikaanse koppel is watervlug en dan heb je als tweemeterman toch vaak een probleem. Dat was overigens aanvankelijk niet zo, want het grote gevaar kwam van ex-ZZ'er Steve Ross, die het leeuwendeel van de Upstairs-punten voor zijn rekening nam.

Maar 'één man is geen man' en Zorg en Zekerheid kon de wedstrijd dan ook controleren. Niet in de laatste plaats, omdat John Kuijper zijn 2 meter en 17 centimeter optimaal benutte onder de borden. Op zijn eindrapport verscheen een mooie double double met twaalf punten en dertien rebounds, waarvan zes aanvallend. Dat waren er twee meer dan het Limburgse lange-mannen-koppel Jason Klotz (3) en Marcus Jackson (8) samen...

Kuijper, LeMelle en de noeste werkers Boxley en Chiotti vormen de harde kern van Zorg en Zekerheid Leiden. Bubba Walther (wel een belangrijke driepunter diep in het vierde kwart) en Cedric McGowan (180 graden gedraaid ten opzichte van donderdag in Den Helder) vielen wat uit de toon.

Maar Leiden kon het hebben. De eerste voorsprong van 2-0 naar 6-1 bleef  - op 6-6 na in de vierde minuut - de hele wedstrijd op het scorebord staan en kwam zelfs even boven de tien. Maximaal werd het verschil twaalf (60-48 en 65-53), maar die weelde kon Leiden niet dragen.

Echt in gevaar kwam de winst nooit. Eigenlijk kwam Upstairs maar drie keer daadwerkelijk in de buurt van misschien een voorsprong. Maar respectievelijk een dunk van Kuijper en driepunters van LeMelle en Walther bezweerden dat gevaar.

En ach, die bal van Stapleton in de buzzer was eigenlijk niet meer dan een stofje op het verder mooie blazoen. Next stop: het Topsportcentrum van Rotterdam.

Voor de statistieken KLIK HIER
Voor de fotoreportage van Peter van der Velde KLIK HIER


Meer nieuwsberichten