ALMERE - Overtuigender kon het gewoon niet, zondagmiddag in het sfeervolle Topsportcentrum van Almere, waar de champagne werd uitgegoten over het hoofd van Toon van Helfteren na de 63-88 overwinning in de bekerfinale tegen Amsterdam.

Vanaf de eerste minuten kon het eigenlijk niet kapot. Zorg en Zekerheid nam een razendsnelle voorsprong, die na vijf minuten 8-17 was na driepunters van Ronny LeMelle en Conor Grace, plus een score van Monta McGhee. Daarna is Amsterdam nooit meer echt in de wedstrijd geweest.

 

Bij de rust was het verschil opgelopen tot zeventien punten: 31-48 en het werd voor Amsterdam alleen maar erger. De ploeg uit de hoofdstad schoot slecht en Zorg en Zekerheid kon het zich in het derde kwart zelfs veroorloven om elf van de zeventien vrije worpen te missen. Ondanks dat werd die derde periode gewonnen met 20-17.

 

Nu had Amsterdam natuurlijk vrijdag in de halve finale tegen World Class AA een stunt van jewelste geleverd door terug te komen van een achterstand van twintig punten, maar dat zat er tegen Zorg en Zekerheid geen moment in. Probleemloos werd het laatste kwart uitgespeeld en in de slotfase konden de helden van de dag stuk voor stuk vervangen worden door de reserves.

 

Zorg en Zekerheid was uiteraard favoriet na de spectaculaire 75-72 overwinning van vrijdag op GasTerra Flames, maar je hoefde na diezelfde vrijdagavond, waarop beide favorieten voor de finale sneuvelden, natuurlijk niemand te vertellen hoe gevaarlijk dat is. En zeker Toon van Helfteren niet. Vandaar dat hij vanaf de sprongbal scherpte wilde zien.

 

En die scherpte was er. Zorg en Zekerheid was op een missie en wilde Amsterdam zo snel mogelijk duidelijk maken dat er voor de ploeg van Ferry Steenmetz niets anders restte dan de derde zilveren bekermedaille in drie jaar.

 

In het eerste kwart bereikte Zorg en Zekerheid een hoog niveau. Helemaal als je naar de statistieken kijkt, want daar stond voor de eerste tien minuten een rendement van 1.88, hetgeen betekent dat er bijna twee punten per aanval werden gemaakt. 'En dat was natuurlijk vreselijk hoog', wist Toon van Helfteren na afloop. 'Een gemiddelde van één is al goed...'

 

Amsterdam kon heel even in het spoor blijven van Zorg en Zekerheid, maar na een driepunter van Calhoun voor 14-21 was Ronny LeMelle het zat. Zeven punten van hem op rij zorgden ervoor dat Amsterdam werd gedubbeld. De weer herstelde Seamus Boxley maakte het karwei in het kwart af. Dat eindigde op 18-32 en eigenlijk moet Amsterdam toen al hebben geweten dat er weinig eer zou zijn te behalen in het Almeerse Topsportcentrum.

 

En dat was niet alleen omdat Zorg en Zekerheid goed speelde, maar ook omdat de Amsterdamse schutterij met hagel schoot, waarbij af en toe iets werd geraakt. Er vlogen vier driepunters in, maar op kortere afstand en onder het bord was het huilen met de pet op. Het percentage tweepunters kwam in de eerste helft uit op dertig procent, de helft van de Leidse productie.

 

Natuurlijk was het vooral de schuld van de scheidsrechters. Althans in de ogen van Ferry Steenmetz. De Amsterdam-coach maakte daarover wat te veel opmerkingen in de richting van de arbiters, hetgeen hem in de onderbreking op een technische fout kwam te staan.

 

Zorg en Zekerheid, dat na McGhee ook Boxley dus terug had, maar het moest stellen zonder Terry Sas en nu ook Mick Burger (lichte enkelblessure), had eigenlijk nauwelijks moeite om het gat fors te houden. In het tweede kwart was het wat minder, maar desondanks liep het verschil op tot  zeventien punten bij de rust: 31-48.

 

Natuurlijk was het toen al feest op de tribunes, die op een plukje Amsterdamse en een handjevol neutrale toeschouwers, gevuld waren met Leidse supporters. Natuurlijk was het nog niet voorbij en velen hadden de stunt van Amsterdam tegen Bergen op Zoom aanschouwd. Maar zoiets gebeurt slechts bij hoge uitzondering. En als Zorg en Zekerheid de kop er gewoon bij zou houden, was het kat-in-het-bakkie.

 

In het derde kwart bleek eigenlijk dat Amsterdam zich al had neergelegd bij het onvermijdelijke. Conor Grace opende met een driepunter en nadat Danny Gibson met twee driepunters op rij voor 36-58 had gezorgd, besloot men om met stevig fysiek spel de schade te beperken. Dat leverde Zorg en Zekerheid een wagonlading vrije worpen op, maar tot ontzetting van de fans werden er daarvan heel veel gemist. Liefst elf van de zeventien!

 

Toch won Leiden het derde kwart nog met 20-17 en dat zei meer over Amsterdam, dan over Zorg en Zekerheid. Het vierde kwart begon dus met een verschil van twintig punten (48-68) en was het niet meer de vraag wie de wedstrijd zou gaan winnen, maar slechts met hoeveel.

 

Toon van Helfteren waarschuwde nog even voor een mogelijk spurt van Amsterdam, maar als bij die ploeg de gedachte al leefde, werd die snel de kop ingedrukt. Door Monta McGhee met een driepunter en even later door Ronny LeMelle met twee puntgave bommen. Het verschil liep op tot 54-83. En dat was het einde van de wedstrijd. Beide coaches haalden de bank leeg. Steenmetz wist dat het geen enkele zin meer had om de betere spelers te laten staan en Van Helfteren kon zijn helden dikverdiende applauswissels geven.

 

Het was leuk dat in die slotfase ook Youri van der Linden en Joey Schelvis nog met scores op het sheet kwamen.  Het feest op de spelersbank en op de tribunes was echter al in volle gang. Bij 63-88 werden de handtekeningen op het wedstrijdformulier gezet en verplaatste het supportersfeest zich naar het winderige voorterrein van het Topsportcentrum.

 

Dat was slechts het tussenstation voor de huldiging in de Vijf Meihal, waar de spelers en staf uitbundig werden verwelkomd door vele honderden fans. Waar (demissionair) wethouder Marc Witteman beloofde alles te doen om de accommodatieproblemen het hoofd te bieden en waar voorzitter Marcel Verburg de fans een belofte deed, toen zij 'We gaan Europa in' scandeerden.

 

'Er zal', zo zei Verburg, 'nog heel wat nodig zijn om dat te realiseren, maar ik beloof jullie: we gaan Europa in.'  Natuurlijk weet hij dat dit niet zo maar even gebeurt. Zelfs na een uitbouw zal de Vijf Meihal vermoedelijk niet worden goedgekeurd en zal dus moeten worden uitgeweken naar bijvoorbeeld Rotterdam. Of misschien wel Almere, waar het spookje tenslotte werkelijkheid werd.

 

Maar voordat die zaken ter tafel komen staat er nog heel veel wachten. Nu even feesten, uitrusten en dan is het 'back to business'. Zaterdag staat de volgende tegenstander alweer in de Vijf Meihal. Amsterdam. Maar dat is toeval.

 

JAN VAN DER NAT

 

 

 

 

 


Meer nieuwsberichten