LEIDEN – De ploeg van Zorg en Zekerheid Leiden heeft na afloop vaak een extra onthaal voor de - in de ogen van de spelers - Man of the Match. Donderdag, na de moeizame overwinning op Landstede (82-72) viel die eer te beurt aan Alvin Slagter.

Leidens nieuwste aanwinst zat de laatste weken in een dip, maar kwam daar tegen de ploeg uit Zwolle ogenschijnlijk uit. Natuurlijk is het even afwachten, maar het schot viel weer en dat was een extraatje naast het verdedigende en aangevende werk, dat ook nu behoorlijk was.


De veertien punten (drie driepunters), die Slagter liet optekenen, waren het bewijs dat de internationaal belangrijk is voor Zorg en Zekerheid Leiden. Met acht driepunters in totaal voor de ploeg was de productie van grote afstand weer eens behoorlijk.


Vier van die bommen kwamen uit de handen van Monta McGhee, die zoals vaak cruciale scores maakte. Hij is, zeker met nog altijd Seamus Boxley op non-actief (dichtbij een terugkeer, maar wanneer?), de motor van de ploeg. Die haperde tegen Landstede regelmatig.


Op dat soort momenten moet je kunnen terugvallen op je meest ervaren spelers. En dat zijn Monta McGhee en spelverdeler Thomas (TJ) Jackson. Beiden stelden de fans niet teleur en namen plaats aan het roer, toen eerst het schip dreigde te kapseizen en later in de slotfase in veilige haven moest worden geloodst.


Want het werd heel even stil in de Vijf Meihal, toen de wedstrijd, die op papier ‘eenvoudig’  was, even de verkeerde kant leek op te gaan. Na driepunters van Arvin Slagter en Terence Robinson leek het bij 34-23 allemaal gladjes te gaan. Maar net als afgelopen zaterdag tegen Amsterdam kwam er een terugval.


Die begon nog in de eerste helft, want Landstede kwam terug tot 40-35 en dus zou het na de rust een echte wedstrijd worden. En daar werkte Zorg en Zekerheid Leiden – zij het bepaald niet vrijwillig – behoorlijk aan mee. Het derde kwart was zeven minuten lang bar slecht. Aanvallend werd er geknoeid, verdedigend niet attent gereageerd en daardoor kreeg Landstede de kans de wedstrijd te laten kantelen.


Het werd zelfs 48-56, een tussenstand dus van 8-21! Maar gelukkig zijn daar dan altijd twee belangrijke factoren. Het Publiek en... Monta McGhee. De ‘slechts’ 800 toeschouwers (tja, midweeks tegen de nummer voorlaatst...) stonden op en schreeuwden hun helden naar betere daden. Het ging er vooral bij McGhee in als Gods woord in een ouderling. Met twee loepzuivere driepunters completeerde hij een 10-0 run van Leiden, dat de voorsprong terughaalde: 58-56.


Nog even was het billenknijpen na vijf punten van Rein van der Kamp, maar vervolgens zette Ross Bekkering de ploeg in het juiste spoor met twee rake vrije worpen. Dat herhaalde hij vlak daarna en in de slotfase bewees ook Thomas Jackson dat kunstje te verstaan: zes uit zes van de lijn. Tussendoor gooide Slagter met zijn derde driepunter de wedstrijd in het slot.


‘Moeizaam’, concludeerde Toon van Helfteren. ‘Maar dat is het bekende verhaal van de laatste wedstrijden. Toch slagen we er dan in om de wedstrijd naar ons toe te trekken. Wat me zorgen baart is het hoge aantal turnovers. Weer 21, net als tegen Amsterdam. Dat moet echt omlaag. We winnen, omdat we een groot reboundoverwicht hebben (45-29) en daardoor wat meer schoten krijgen. En ja, McGhee mag dan vijf keer balverlies lijden, hij maakt ook zeventien punten en pakt twaalf rebounds. Dan mag dat een keertje...’ 
 

JAN VAN DER NAT
FOTO'S: RICHARD KOOLEN


Meer nieuwsberichten