Bericht
Eerste thuisnederlaag
Natuurlijk zou je de eerste verloren thuiswedstrijd tegen Omniworld (64-68) kunnen analyseren en zelfs tot op het bot kunnen fileren. Dan zou ongetwijfeld blijken dat er een heleboel dingen niet goed gingen. Maar het zou onrecht doen aan het heerlijke spektakel, dat zich zaterdagavond afspeelde in de Vijf Meihal en waarvan een recordaantal van 1200 bezoekers getuige was. Verliezen doet altijd pijn, maar de manier waarop het gebeurde was een flinke pleister op de wond.
Statistieken: zie Wedstrijden
Fotoreportage Peter van der Velde: zie Foto's onder 11-11-06
Zorg en Zekerheid tegen Omniworld was zo'n typische wedstrijd, waarin werd bewezen dat het kwalitatief misschien niet allemaal goed hoeft te zijn, om toch te kunnen boeien. Een heerlijke doordunk van Shelton Colwell en zeven (!) shotblocks aan Leidse zijde maakten veel goed. En natuurlijk de spanning, die erin bleef tot elf seconden van het einde. Toen stelde Tjoe de Paula met een rake vrije worp de zege voor Omniworld veilig.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook veel niet goed ging. Zowel bij ZZ Leiden als bij Omniworld. De ploeg van Ivo Boom schoot bijvoorbeeld maar één driepunter binnen van de veertien pogingen. Die ene - van Sjors Besseling - viel ook nog eens 20 seconden voor tijd in een alles-of-niets poging de wedstrijd alsnog binnen te halen. Ook werd er onder het bord een aantal ogenschijnlijk gemakkelijke ballen gemist.
Maar, zoals gezegd, daar stond een aardige portie spektakel tegenover. Van de zeven shotblocks kwamen er liefst vijf op naam van het trio Kuijper (2), Van der Meer (2) en Engelhart (1). Die van aanvoerder Edwin Engelhart was een heel bijzondere, want niet alleen blokte hij Jamaal Brown; de Amerikaan knalde daarna ook nog tegen hem op voor een aanvallende fout. Pareltjes waren ook het vreselijk hoge block van JS Nash en de doordunk van Shelton Colwell.
Het waren mooie hoogtepunten in een niet echt goede wedstrijd. Een bizarre wedstrijd vooral ook, met name in de eerste helft. Wat te denken van kwarten met als stand 20-5 en 6-26? In het eerste kwart lukte er bij Omniworld na 4-5 helemaal niets meer. Mike Nahar had getekend voor alle vijf de punten, maar kwam daarna Johan Kuijper (foto) tegen. De lange Amsterdammer was in alle opzichten de grote man bij ZZ Leiden in dat openingskwart.
Omniworld-coach Marco van den Berg had de tegenstander wat zand in de ogen gestrooid door Mike Nahar te laten starten tegen Kuijper, omdat bij Leiden Nick Curtis (nog zeker een paar duels aan de kant met een zweepslag, vorige week opgelopen tegen Amsterdam) niet speelde. Hij hield daarmee zijn beste man, Jamaal Brown, aan de kant.
De sterke Amerikaan had later geruime tijd nodig om in de wedstrijd te komen, maar zou uiteindelijk finishen met 17 punten en 12 rebounds. De defensie van ZZ Leiden had - vooral in het laatste stuk van de wedstrijd - weinig vat op Brown. Dat in tegenstelling tot de meeste andere spelers van Omniworld. Verdedigend zat het namelijk behoorlijk goed bij de thuisploeg.
Dat wil zeggen na de rust, want het tweede kwart waren de rollen 180 graden gedraaid ten opzichte van het eerste. Omniworld scoorde gemakkelijk en liep de achterstand snel in, omdat er bij Leiden aanvallend niets lukte en daardoor de verdediging ook niet lekker liep. Door die twee bizarre kwarten begon de wedstrijd dus eigenlijk pas in de tweede helft.
De intensiteit waarmee werd gespeeld, met name dan in de verdediging, was hartverwarmend. Hoe vaak zal het gebeurd zijn, dat Tony Miller - een schutter pur sang toch en een man met een gouden eindpass - op vier puntjes is gehouden, een driepunter heel laat in de wedstrijd en een vrije worp? De verdediging van Jeremy Ormskerk, afgewisseld door JS Nash en al dan niet in een zoneverdediging, was daarvan de hoofdoorzaak.
Maar ook anderen vielen defensief op. Paul van der Meer bijvoorbeeld met in de nog geen zes minuten, die hem werden gegund, op het statsformulier kwam met twee shotblocks, twee rebounds en een slimme follow-up score.
Maar alle inspanningen ten spijt lukte het niet om Omniworld op achterstand te zetten. Hoe fraai de scores met bonus van JS Nash ook waren en hoe hard Shelton Colwell ook bikkelde, ZZ Leiden bleef voortdurend een paar punten achter Omniworld aan hobbelen. De al genoemde - enige - driepunter van Miller leek de wedstrijd te beslissen, omdat het verschil daarmee op negen punten kwam: 55-64 met nog 2:26 op de klok.
Nog één keer kwam ZZ Leiden terug en in een oorkaan van lawaai mikte Besseling de enige Leidse driepunter van de avond raak. De fout moest daarna gemaakt worden en het dak ging bijna van de hal, toen Tjoe de Paula zich aan de vrije worplijn meldde. Hij miste de eerste, maar gooide met de tweede de deur in het slot, Leiden gedesillusioneerd achterlatend.
JAN VAN DER NAT