Bericht
Eén goed kwart voldoende
Het kan niet elke dag feest zijn. Vier dagen na de mooie en succesvolle voorstelling tegen Armia had Zorg en Zekerheid Leiden tegen Rotterdam Basketbal College moeite om open doekjes te krijgen van de bijna 1500 toeschouwers.
Niet helemaal onbegrijpelijk natuurlijk, want binnen de verhoudingen in de Dutch Basketball League is het nu eenmaal zo, dat het niet de vraag is óf Leiden wint van Rotterdam, maar met hoeveel en hoe.
Twee vragen die simpel zijn te beantwoorden. Met 76-51 en op basis van vooral het tweede kwart. De ploeg van Toon van Helfteren koos die fase in de wedstrijd uit om Rotterdam duidelijk temaken dat er echt niets te halen viel in de Vijf Meihal, ook al had dat er in het eerste kwart (13-16 voor Rotterdam) even de schijn van.
Zorg en Zekerheid Leiden trok verdedigend de touwtjes aan, bewees via zes verschillende spelers, dat het ook aanvallend steeds meer kan en zette een ruststand van 34-18 op het bord. Dat was dus een kwart van 21-2 en zo'n score ruikt naar een record.
Basketball-statisticus Jacob Bergsma had zijn antwoorden al klaar, voordat de vragen werden gesteld, als betrof het een aflevering van de populaire Amerikaanse tv-quiz Jeopardy, waarbij het antwoord wordt gegeven en de vraag moet worden bedacht.
'Het antwoord op jouw vragen is: nee en nee', luidde de mail. Twee punten in een kwart is geen eredivisierecord. Rotterdam deed het ook al eens in 2003 tegen Groningen en Zwolle presteerde het in een bekerduel, ook tegen Groningen. Achttien punten bij de rust was ook geen nieuw 'hoogtepunt', want (alweer) Rotterdam kwam in 2009 een keer tegen Den Bosch niet verder dan zestien... 51 punten aan het eind was zelfs geen (voorlopig) seizoensdieptepunt, want Rotterdam maakte er onlangs 50 tegen Groningen.
Was er dan helemaal niets bijzonders aan die 21-2? Jawel, het is een clubrecord voor Zorg en Zekerheid Leiden. Op de dag nauwkeurig twee jaar geleden (17 december 2009) kwam Rotterdam niet verder dan vier punten. Later evenaarde Nijmegen die 'prestatie'.
Het was natuurlijk zonneklaar dat de wedstrijd halverwege was gespeeld. Maar ja, je moet nog twintig minuten en dus hoop je dan maar op wat individuele hoogstandjes. Een aantal spelers probeerde het, maar slaagde niet. Behalve Mohamed Kherrazi. Hij had er echt volop zin in, pakte een paar keer de bal af rond de middellijn en kon direct doorgaan. Met 16 punten, 5 rebounds, 4 assists en 5 steals zette hij cijfers in de boeken, die er mogen zijn.
Ook tegen een ploeg als Rotterdam, die wel wilde, maar gewoonweg niet kon. Daarvoor is het verschil tussen een Nederlandse topploeg als Leiden en een opleidingsinstituut als Rotterdam gewoon te groot. De gasten konden in de tweede helft redelijk mee scoren, omdat het aan Leidse kant verslapte.
Zelfs Toon van Helfteren geloofde het allemaal wel. Op één korte uitval naar een knoeiende speler na, zat hij praktisch de hele wedstrijd op zijn stoel. Normaal loopt hij 38 minuten langs de lijn.
Tja, je hebt nu eenmaal wedstrijden en wedstrijden, zoals de afgelopen week maar weer eens werd aangetoond.
TEKST: JAN VAN DER NAT
FOTO'S: RICHARD KOOLEN