LEIDEN - Je kunt het aan elke basketballcoach vragen: 'Defense is the name of the game', een overwinning begint onder de eigen ring..  Wie goed verdedigt, maakt het zich aanvallend gemakkelijker. Zorg en Zekerheid Leiden deed dat zaterdag tegen De Friesland Aris niet en kreeg daarvoor de rekening gepresenteerd: 96-99.

In de wedstrijden tot nu toe had de verdediging van Leiden behoorlijk gefunctioneerd. Niet zo vreemd, want Toon van Helfteren weet als geen ander wat je kunt bereiken als je de opponent tegenhoudt en liefst minder dan zeventig punten laat scoren. Het gemiddelde van Leiden stond dan ook keurig op 71.

 

Maar dat zat er in de natuurlijk weer barstensvolle Vijf Meihal vrijwel van meet af aan niet in. Zorg en Zekerheid knalde weliswaar uit de startblokken naar 7-2, maar Aris-coach Pete Miller greep onmiddellijk naar een time-out en stelde orde op zaken. Zowel verdedigend als aanvallend liep het daarna veel beter bij de ploeg uit Leeuwarden.

 

De beide teams gunden elkaar het licht in de ogen niet en trokken gezamenlijk op naar een 43-42 ruststand. Zorg en Zekerheid had met  twee dingen verdedigend veel moeite: het afstoppen van de grote, sterke Darryl Monroe en het voorkomen van succesvolle driepunters.

 

Dat laatste zou uiteindelijk de doorslag gaan geven, want voor de rest was er behoorlijk evenwicht. Maar op een gegeven moment knalden Tristan Blackwood en zijn maten achter elkaar raak van achter de halve cirkel. Dertien stuks vielen er uiteindelijk. Daar stonden er negen tegenover van Leiden, dat maximaal tegen een achterstand van tien punten (58-68) aankeek.

 

Om de haverklap sleurden met name Danny Gibson (29 punten, 5 assists) en Ronny LeMelle hun ploeg weer tot vlak bij de Friezen, maar nooit meer er voorbij. Vanuit de Leeuwarder stellingen kwam dan onmiddellijk de reactie en was er weer een gaatje.

 

Dat bleef er tot het einde en met 96-99 nam De Friesland Aris revanche voor de schlemielige nederlaag op de openingsdag van het seizoen, toen Monta McGhee met een zondagsschot het Leeuwarder publiek in rouw dompelde.

 

Cruciaal was de inbreng van de bank. Van Helfteren had natuurlijk niet veel mogelijkheden naast zich zitten. Met Johan Kuijper als lange man in de basis zaten daar van de kernploeg alleen Jeroen Slor en Joey Schelvis. De coach had een beetje gehoopt op nuttig werk van Wouter Breel, maar die bleek toch ook niet opgewassen tegen de grote mannen van Aris.

 

Van de Friese bank kwamen echter Bob van den Enden en Keith Spencer, die samen goed waren voor 27 punten. Spencer werd ook nog eens toprebounder in de wedstrijd met tien stuks. Nu mag je van de Amerikaan nog wel zo'n double-double verwachten, maar dat de jonge uitzendkracht van EiffelTowers er zestien binnen mikt...

 

Hij deed dat bovendien nog eens tegen honderd procent van het veld en liet alleen één van zijn drie vrije worpen liggen. Dat de forward zich een grote rol kon aanmeten, mag Zorg en Zekerheid Leiden zich aanrekenen. Met alle respect, maar als zo'n knaap drie keer op rij heeft raakgeschoten, dan moet hij daarna hard worden aangepakt en mag hij gewoon geen open kansen meer krijgen.

 

Maar de ruimte was er voor hem en zijn ploegmaten nu eenmaal wel tegen de niet sterke verdediging van de Leidenaars, die - zo concludeerde Van Helfteren na afloop ook - de hele tweede helft achter de feiten aan liepen.

 

'Aris was vanavond gewoon de betere ploeg. Natuurlijk misten wij Boxley en Sas, maar dat zou een te gemakkelijk excuus zijn. Boxley hadden we heel goed kunnen gebruiken, maar hij heeft nu vijf wedstrijden gemist en van de vier hiervoor hebben we er drie gewonnen.'

 

Van Helfteren was ook zo eerlijk om te erkennen dat het nu terecht 1-1 is tussen Leiden en Leeuwarden. 'We moeten natuurlijk heel eerlijk zijn, maar die wedstrijd daar hadden we natuurlijk niet mogen winnen', blikte hij terug op de miraculeuze game-winner van Monta McGhee. En daarnaast is 7-2 in het eerste kwart van de competitie niet reëel. Ik denk dat we het de komende tijd heel moeilijk zullen krijgen.'

 

Dat laatste is natuurlijk niet overdreven. Boxley en Sas zullen tot de winterstop werkloos moeten toekijken en niet eerder dan in het nieuwe jaar weer hun opwachting maken. Met een krappe selectie is het een kwestie van passen en meten.

 

'We hebben nu drie wedstrijden in zeven dagen gespeeld. Dat kan normaal best, maar ik moet de ploeg ook voldoende rust kunnen geven. We hebben eigenlijk daardoor de afgelopen week alleen maar hersteltrainingen gehad en een beetje aan de techniek gewerkt. Aan verdedigen zijn we nauwelijks toegekomen. En je ziet het. 99 punten tegen. Dat is mijn basketball niet.'

 

Van Helfteren kon niettemin op sommige punten tevreden terugblikken. Op Johan Kuijper bijvoorbeeld, die zich nu eindelijk ook aanvallend liet gelden. Hij dunkte een keer stevig, ook al ging een kopie van die actie daarna mis. 'Maar', was de conclusie van de coach, 'dat geeft wel aan dat hij zelfvertrouwen heeft. Zo'n dunkpoging onderneem je alleen als je goed in de wedstrijd zit.'

 

Zorg en Zekerheid krijgt nu een weekje de tijd om een beetje te recupereren. Komende zaterdag wacht de volgende (lastige) klus, wanneer Matrixx Magixx naar de Vijf Meihal komt.

 

JAN VAN DER NAT 


Meer nieuwsberichten