Bericht
Met opgeheven hoofd
Het applaus zwol aan tot orkaansterkte. Op een manier die alleen in Leiden mogelijk is heeft het publiek afscheid genomen van het seizoen. De logische 88-107 nederlaag tegen EiffelTowers telde niet. Alleen de hartverwarmende manier, waarop de ploeg van Ivo Boom had gespeeld. Nooit werd ZZ Leiden aan de kant gezet door de sterkste ploeg van Nederland, die twee dagen eerder nog zo'n pak slaag uitdeelde. Zorg en Zekerheid moest het doen zonder JS Nash, Nick Curtis (beiden geblesseerd) en uiteraard de vertrokken Shelton Colwell. Op Donald Wilson na dus een volledig Nederlandse ploeg, die zich zeer dapper weerde en lak had aan de reputatie van de landskampioen.
In de eerste helft was ZZ Leiden zelfs de betere ploeg, nam brutaal een voorsprong en was niet van plan om EiffelTowers in zijn eigen spel te laten komen. De ploeg van Randy Wiel stond toch even raar te kijken. Zeker bij het begin van de wedstrijd, want Ivo Boom liet onder anderen Paul van der Meer van start gaan. De Amsterdammer, die aan het begin van het seizoen kwam binnenlopen en vroeg of hij mee mocht doen, heeft zich een jaar lang - als amateur nog wel - uit de naad gewerkt voor slechts luttele minuten. Nu mocht hij écht aan de bak. Als een soort beloning. En ook nu knokte hij zich leeg en maakte het niemand minder dan superster Leon Rodgers knap moeilijk.
Rodgers, die voor de wedstrijd zijn derde seizoenprijs (statistical player of the year) in ontvangst mocht nemen, is natuurlijk als basketballer vele malen groter dan Paul van der Meer. Maar die ging ervan uit dat ook de Amerikaan gewoon een mens van vlees en bloed is en liet hem keihard werken voor zijn punten. Dat waren er maar vier in het eerste kwart, een driepunter en een vrije worp. Helemaal uitgewoond moest Van der Meer tegen het einde van het kwart naar de kant. Maar hij kwam later terug, maakte 29 minuten (21 minder dan in het hele seizoen bij elkaar...) en werd de personificatie van de strijdbaarheid, waarmee Zorg en Zekerheid de laatste klus van het loodzware seizoen afwerkte.
Dat er in deze wedstrijd, gegeven de omstandigheden, misschien één procentje kans was om te winnen, maakte de ploeg niet uit. De manier waarop ze dinsdag de zaal uit waren geveegd in Den Bosch zat de mannen van Boom natuurlijk niet lekker. En al helemaal niet de actie van Shelton Colwell, die zijn maatjes gewoon in de steek liet. Revanche op van alles en nog wat spinde derhalve door de koppen. En dat maakte krachten los, die niet voor mogelijk werden gehouden.
Niet alleen Paul van der Meer, maar ook Sjors Besseling, Johan Kuijper, Aron Royé en Donald Wilson begonnen aan de klus met een gretigheid, die voorbeeldig was. Oké, je staat tegenover de beste ploeg van het land, een team met vreselijk veel kwaliteiten, maar ook zij moeten de bal er gewoon ingooien, was klaarblijkelijk de gedachte. En dat kunnen wij ook best aardig, hoorde je als het ware er achteraan.
Er zijn - zeker de laatste tijd - diverse momenten geweest, waarop menigeen verbaasd zat te kijken, niet wetende dat de ploeg dat in zijn mars had. De eerste helft van wat het laatste duel van het seizoen zou worden, paste vlekkeloos in dat rijtje. Zo begon Johan Kuijper met twee blocks op nota bene Sharone Wright, de Bossche mastodont, die - voorzichtig geschat - zeker veertig kilo meer op de weegschaal zet dan de langste man van de eredivisie. Sjors Besseling en Donald Wilson schoten driepunters binnen en Jeremy Ormskerk zorgde voor een lekker slotakkoord van het eerste kwart. De 22-23 tussenstand was niet gewoon knap, maar héél knap.
Bij EiffelTowers maakte op dat moment niemand zich enige zorgen. Het was leuk wat Leiden deed, moeten ze gedacht hebben, maar straks regelen wij onze zaakjes gewoon wel even. Zo zullen de 1200 op de stampvolle tribunes ook hebben gedacht. Maar de ploeg van Ivo Boom had absoluut geen zin om vroeg de witte vlag te hijsen. Edwin Engelhart, die al snel Johan Kuijper moest vervangen, omdat deze drie persoonlijke fouten had, verdween bijna in de schaduw van Wright, maar hield het beest wel redelijk van scoren af.
Mick Burger maakte zijn punten, Jeremy Ormskerk schoot een drietje binnen en was perfect vanaf de vrije-worplijn (4/4) en ZZ Leiden bleef ‘gewoon' in het spoor van het grote Eiffel. Het feit dat de ploeg van Wiel niet los kon komen van dat lastige Leiden, sloeg één idioot in zijn Bossche Bol. Hij kwam het veld op om verhaal te halen bij de scheidsrechters, die het kennelijk binnen zijn beperkte verstandelijke vermogens niet goed hadden gedaan. Bewaking en clubmensen van Eiffel konden de zaak regelen. De onverlaat mocht blijven, maar wél op de bovenste rij van de tribune, zo ver mogelijk weg van het veld. En daarmee mocht hij niet mopperen, want ooit werden zijn voorgangers in de Vijf Meihal letterlijk de trap afgeknuppeld door de politie.
ZZ Leiden liet zich door de onderbreking niet van zijn stuk brengen en pakte ‘gewoon' weer de voorsprong terug. Het lukte niet die vast te houden, maar de 45-48 - afgerond met een heerlijke dunk van Wilson - was een prestatie van formaat. En ga je dan - bij zo'n stand - écht geloven dat een wonder mogelijk is? Het was bijna niet voor te stellen, dat Leiden dit zou kunnen volhouden. De manier van spelen vrat energie en dat moest toch tegen een opponent met zo'n surplus aan kwaliteit op een gegeven moment noodlottig worden. EiffelTowers bleek precies drie minuten nodig te hebben om het gaatje op te rekken tot tien punten, in een basketballwedstrijd altijd het moment van buigen of barsten.
ZZ Leiden wilde wél een klein beetje buigen, maar weigerde te barsten. Ook niet toen het verschil bij 54-71 wel erg groot dreigde te worden. Ivo Boom kreeg een technische fout, omdat hij terecht vond dat er wel wat erg veel arbitrale hulp werd geboden bij het maken van dat verschil, maar zijn spelers wilden nog altijd niet opgeven. Het werd weer tien verschil en aan het einde van het derde kwart was bij 64-77 de schade nog altijd te overzien.
Een echt spectaculair slot zat er natuurlijk niet in. ZZ Leiden wilde het echter allemaal netjes afmaken voor het fantastische publiek. Dat zou uiteindelijk ook gebeuren, maar niet voordat de heren scheidsrechters stuk voor stuk een keertje flink opvielen, hetgeen nooit een goede eigenschap is van een arbiter. Een suffe technische fout voor Ormskerk, de vijfde fout voor een puntgaaf blok van Kuijper op Rodgers, het waren zaken die niet pasten bij het afscheidsfeestje van ZZ Leiden.
Wat daar wél bij paste was het dankbare applaus van het publiek gedurende de laatste anderhalve minuut van het seizoen 2006-07, nu al een seizoen om nooit meer te vergeten.
JAN VAN DER NAT