Bericht
Bittere pil tegen Omniworld
Volgens het tevoren ingestudeerde spelletje zou de bal in laatste instantie naar iemand onder de ring moeten zijn gegaan voor een simpele score. Maar omdat Mike Nahar opzij stapte werd alles anders en lag de weg naar de basket wagenwijd open voor Mick Burger (foto). Appeltje-eitje, zo leek het. Een lay-up, zoals je er op de training elke keer honderd maakt en bij 74-74 zou Zorg en Zekerheid een verlenging uit het vuur slepen. Maar de bal haalde het net niet en in het reboundgevecht werd die een prooi voor Omniworld, dat daarna geen moeite meer had om de 72-74 over de eindstreep te sleuren.
Onder Foto's staan reportages van Gert Arkensteijn en Peter Looyen
De orgie van lawaai, waarin de laatste minuten zich hadden voltrokken, verstomde en maakte plaats voor onbegrip en vooral diepe teleurstelling. Nee, ZZ Leiden had geen goede wedstrijd gespeeld, maar ja, de winstkans was er desondanks en als je die grijpt dan praat niemand meer over de dingen die niet goed waren. Behalve dan natuurlijk de coach in zijn dvd-analyse.
Misschien verdiende ZZ Leiden op basis van de hele wedstrijd ook niet te winnen, maar hoe vaak was dat dit seizoen al wél het geval en greep de ploeg van Ivo Boom nét mis? Het vervelende is dat het zo vaak in de Vijf Meihal gebeurt en ook nog eens tegen de ploegen, die als concurrent mogen worden beschouwd in de strijd om de onderste playoff-plaatsen: Upstairs, Landstede en nu dus Omniworld.
Aan de steun kan het natuurlijk niet liggen, want ondanks het begin van de voorjaarsvakantie zat de hal weer gewoon vol met 1200 supporters - of, zoals een fan zei, als je de Telegraaf net als in Rotterdam laat tellen 3000...). Nou ja, zat... Ze stonden in de slotfase allemaal, omdat ze perfect reageerden op het verzoek van de ‘harde kern' om ‘op te staan als je voor Leiden bent'. Dat beeld in combinatie met een oorverdovend lawaai moet beangstigend zijn voor tegenstanders.
Maar Tony Miller, Tjoe de Paula en Derek Paben trokken zich daarvan bij vrije worpen in de laatste 1:11 weinig aan. Goed, er gingen er twee mis, maar ook vier in. En die waren belangrijk in de hectische slotfase, waarin ZZ Leiden van 59-65 terugkwam tot 69-70. Dat gebeurde ondermeer door een score van de uitstekend spelende Aron Royé en twee driepunters van Donald Wilson, die eindelijk de richting wist te vinden, maar lange tijd onzichtbaar was geweest, deels omdat hij toch nog hinder ondervond van de enkelblessure, die hij twee dagen eerder opliep.
Er waren toen nog bijna twee minuten te spelen. Omniworlds invallercoach Mart van Ooyen (Marco van den Berg was thuisgebleven om de eerste uren van zijn die middag geboren dochter mee te maken) vluchtte in een time-out. Die onderbreking kwam ZZ Leiden niet goed uit. Het ritme ebde weg en de volgende afstandsschoten van Sjors Besseling en Donald Wilson gingen mis. Net als de tweede vrije worp van Shelton Colwell voor de mogelijke 73-73.
Dat daarna voor een fout van Paben gefloten had moeten worden wegens vasthouden van Colwell, was evident. Maar het fluitje klonk niet van de over het geheel goed leidende arbiters, die echter daar én bij de beoordeling van de charge - laten we het voorzichtig zeggen - niet hun dag hadden.
Zorg en Zekerheid mocht echter de oorzaak van het verlies absoluut niet bij de mannen in het grijs zoeken. Op die slotfase en een periode in het tweede kwart na is er gewoon niet goed gespeeld. Punt uit. Als de twee lange mannen van de tegenstander (Mike Nahar en Terence Herbert) samen 40 (!) punten kunnen maken en Derek Paben, van wie je weet dat het een dodelijk driepuntsschutter is, in de openingsfase van de tweede helft drie keer drie kan laten noteren, dan doe je iets - of liever gezegd: heel veel - niet goed.
Vanaf het begin had de defensie van Zorg en Zekerheid geen afdoende antwoord op het eenvoudige spel van Omniworld, dat veelal via Miller voortdurend Nahar zocht. En als hij niet scoorde, dan deed Herbert het wel. De balans bij de rust: 15 punten voor Nahar en 11 voor Herbert, plus samen 5 aanvallende rebounds. Dat de achterstand na twintig minuten beperkt bleef toto één punten (38-39) hadden ZZ Leiden vooral te danken aan JS Nash, die met drie driepunters en een dunk aantoonde waartoe hij in aanvallend opzicht in staat is. Hij was in zijn element, omdat hij zich in die fase minder hoefde te bemoeien met het verdelen van het spel.
Maar ZZ Leiden kon na de rust niet doordrukken en werd voortdurend gedwongen tot inhalen. Dat lukte af en toe wel, maar kostte veel kracht en bovendien ging het verdedigend niet lekker. Niet in de laatste plaats, omdat er niet werd gedaan wat door Ivo Boom werd gevraagd. Zoals bijvoorbeeld de box-and-one verdediging (vier man in een zone en eentje in de man-to-man) op Mike Nahar. Bij de eerste de beste aanval van de Almeerse ploeg ging het al mis en kon de bij Europese topploegen gepokte en gemazelde ex-international eenvoudig scoren.
Daarbij kwam dat naast Wilson ook Besseling niet in de wedstrijd zat. Dat kan natuurlijk gebeuren en dan moet je ‘naar de bank'. Maar daar kwam - behalve van Mick Burger en kort maar krachtig Edwin Engelhart - te weinig rendement vanaf. Johan Kuijper kwam in zijn 13 minuten niet te scoren en Jeremy Ormskerk, die met een driepunter en een assist op Nash goed begon, kan maar niet uit zijn al veel te lang durende dip komen.
Het zijn allemaal zaken die inherent zijn aan een team in opbouw, een debutant in de eredivisie. En je kunt honderd keer roepen dat ‘niks moet en alles mag', maar nederlagen als deze blijven pijn doen.
JAN VAN DER NAT
FOTO: GERT ARKENSTEIJN